Na een prostaatoperatie is tijdelijke niet ongewoon. Incontinentie na een prostatectomie, oftewel de volledige verwijdering van de – een ingreep die vooral bij prostaatkanker wordt uitgevoerd – komt voor bij ongeveer 10% van alle patiënten. Hier leest u meer over het verband tussen prostatectomie en incontinentie en wat helpt bij frequente aandrang om te plassen na een prostaatoperatie.

Oorzaken van incontinentie na een prostatectomie
Bijna alle mannen hebben in eerste instantie problemen met plassen na een prostaatoperatie. , een verhoogde drang om te plassen of zelfs (onvrijwillig urineverlies) komen veel voor.
De problemen die na een prostaatoperatie kunnen optreden, zijn meestal slechts tijdelijk en verdwijnen vanzelf binnen enkele maanden. Slechts ongeveer 15% van alle patiënten ervaart urologische problemen die behandeling vereisen. De is nauw verbonden met de urinewegen en de ingreep tast de bekkenbodem aan. Problemen met plassen en incontinentie na een prostatectomie behoren daarom tot de meest voorkomende postoperatieve gevolgen bij mannen. In de meeste gevallen zijn deze echter tijdelijk en goed te behandelen.
Frequent urineren na een prostaatoperatie is, net als kortdurende incontinentie na een prostatectomie, vooral anatomisch bepaald. De prostaat bevindt zich direct onder de blaas en omringt de plasbuis als een ring.
Een ingreep aan de prostaat heeft dus invloed op de mannelijke anatomie. Bij een radicale verwijdering van de prostaat, de prostatectomie, worden, net als bij een gedeeltelijke resectie, meestal ook delen van de urinebuis en de binnenste sluitspier van de blaas verwijderd. Na de operatie is het vasthouden van urine uitsluitend een taak van de buitenste sluitspier. Voor het lichaam en de natuurlijke fysiologische processen betekent een prostaatoperatie daarom een grote verandering.
Maar problemen met plassen na een prostaatoperatie, zoals incontinentie na een prostatectomie, duren meestal maar een paar weken of maanden. Net als alle spieren in het menselijk lichaam kan ook de blaasspier worden getraind. Gerichte blaastraining en bekkenbodemtraining hebben een positief effect op urologische klachten na een prostaatoperatie.
Wat te doen bij problemen met plassen na een prostaatoperatie?
gaat voor de getroffenen – zowel mannen als vrouwen – vaak gepaard met een aanzienlijke beperking van hun levenskwaliteit. Het verlies van controle over de blaas heeft niet alleen fysieke, maar ook psychische gevolgen. Dankzij milde chirurgische methoden en training na een prostaatoperatie kan incontinentie echter gericht worden aangepakt. Moderne behandelingsmogelijkheden helpen effectief bij het behandelen van klachten en problemen; zo kunnen snel resultaten worden bereikt die de levenskwaliteit al kort na de ingreep merkbaar verbeteren. Op de lange termijn komt langdurige incontinentie zelden voor.
Incontinentie wordt gedefinieerd als onvrijwillig dat niet actief door de patiënt kan worden gecontroleerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen stressincontinentie en . Terwijl de laatste in verband met een prostaatoperatie vrij zeldzaam is, hebben veel mannen vaak last van tijdelijke . Lichamelijke activiteit, zoals het tillen van zware voorwerpen, maar ook hoesten of niezen, leidt dan tot onvrijwillig urineverlies in kleine hoeveelheden.
Ook al bestaan er verschillende operatietechnieken: problemen met plassen na een prostaatoperatie komen vaak voor. Zowel een volledige of gedeeltelijke prostaatresectie als een minimaalinvasieve enucleatie van de met behulp van een hoogfrequentlus (ook bekend als bipolaire transurethrale resectie van de prostaat, TURP, of HoLEP-procedure) kunnen leiden tot postoperatieve incontinentie. Daarnaast kan radiotherapie bij prostaatkanker de blaasfunctie aantasten.
Tip: Of het nu gaat om tijdelijk urineverlies, stressincontinentie of aandrangincontinentie – de incontinentieverbanden van TENA zijn bijzonder discreet en bieden betrouwbare en comfortabele bescherming in het dagelijks leven.
Hoe lang bent u incontinent na een prostaatverwijdering?
Hoe lang kan aanhouden, hangt af van verschillende factoren. De klachten zijn in de meeste gevallen van korte duur en bieden na herstel – dat afhankelijk van het type ingreep en de lichamelijke conditie van de patiënt tot een half jaar kan duren – goede vooruitzichten op een normaal dagelijks leven.
Na het verwijderen van de blaaskatheter, die tijdens een prostatectomie wordt geplaatst, ervaren de meeste patiënten problemen met urineren en/of het ophouden van urine. Aangezien de katheter het urinewegstelsel direct beïnvloedt, is dit niet verwonderlijk. Bij de meeste mannen treedt echter al in de eerste weken een duidelijke verbetering op. Drie maanden na de ingreep heeft nog slechts ongeveer 50% van de patiënten klachten. Slechts 7% ontwikkelt blijvende incontinentie.
Ondanks moderne operatiemethoden kunnen er urologische problemen optreden. Deze zijn echter goed te behandelen. Revalidatiemaatregelen en gerichte blaas- en bekkenbodemtraining helpen om incontinentie sneller onder controle te krijgen of de frequente drang om te plassen te verminderen. De levenskwaliteit kan daarmee direct na de ingreep aanzienlijk verbeteren. Net als na elke operatie heeft het lichaam tijd nodig, dus ook hier loont geduld.